Wifi Keys

Een essentieel aspect voor het opzetten van een WiFi draadloze verbinding opstellingen is om de beveiliging in te schakelen met de juiste instellingen. Als deze instellingen onjuist zijn geconfigureerd kunnen de WiFi-apparaten geen verbinding maken met het lokale netwerk (anders beveiliging kan eigenlijk niet worden ingeschakeld). Lees hier meer over op www.bestewifiversterker.com

Hoewel er een paar stappen nodig zijn voor het configureren van de beveiliging op een WiFi-netwerk, blijkt het beheer van de draadloze sleutels het belangrijkste te zijn. Deze toetsen zijn digitale wachtwoorden (sequenties van letters en/of cijfers, technisch genoemd een “string”) dat alle apparaten op een netwerk moeten weten om met elkaar verbonden te worden. In het bijzonder, delen alle apparaten op een lokaal WiFi-netwerk een gemeenschappelijke sleutel.

Regels voor het instellen van WiFi-sleutels

Het opzetten van de beveiliging op een WiFi netwerkrouter,draadloze hotspot of cliënt-apparaat betreft het kiezen uit een lijst met beveiligingsopties en vervolgens het invoeren van een sleutel string die het toestel opslaat. WiFi-toetsen bestaan ​​in twee basisvormen:

  • ASCII – een reeks letters en/of decimale getallen
  • hex – een opeenvolging van hexadecimale getallen

 

Hex sleutels (strings zoals ‘0 FA76401DB ‘ zonder de aanhalingstekens) zijn het standaard formaat dat WiFi-apparaten begrijpen. ASCII-toetsen worden ook wel wachtwoordzinnengenoemd omdat mensen vaak makkelijk te onthouden woorden en zinnen voor hun sleutels kiezen, zoals ‘ilovewifi’ of ‘hispeed1234’. Merk op dat sommige WiFi-apparaten alleen hex sleutels ondersteunen en ofwel het invoeren van wachtwoordtekens verbieden of een foutmelding geven wanneer het probeert om een ​​wachtwoord op te slaan. WiFi-apparaten zetten zowel ASCII en hex sleutels om in binaire getallen die de werkelijke sleutelwaarde worden die door de WiFi hardware wordt gebruikt om de gegevens die via de draadloze verbinding te versleutelen.

De meest voorkomende beveiligingsopties die voor thuisnetwerken worden gebruikt bevatten 64-bits of 128-bits WEP (Niet aan te raden vanwege het inferieure niveau van bescherming), WPAen WPA2). Een aantal beperkingen voor de keuze van de WiFi is afhankelijk van de gekozen optie als volgt:

  • 64-bits WEP – wachtwoordzinnen moeten precies 5 ASCII-tekens zijn; sleutels moeten precies 10 hexadecimale cijfers zijn
  • 128-bits WEP – wachtwoordzinnen moeten precies 13 ASCII-tekens zijn; sleutels moeten precies 26 hexadecimale cijfers zijn
  • WPA en WPA2 – wachtwoordzinnen moeten tussen de 8 en 63 ASCII-tekens zijn; sleutels moeten 64 hexadecimale cijfers worden
Tags:  

Leave a reply